Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet dan, Ik heb Mijn [25]hand geslagen, om uw gierigheid, die gij bedreven hebt, en om uw [26]bloed, [27]die in het midden van u geweest zijn. 25. Te weten de ene tegen, of in de andere; een teken van ontsteltenis en de onverdragelijkheid dezer boosheid, voornemen van straf en aanhitsing van den vijand; vergelijk boven hfdst.21 vs.14, met de aantekening aldaar. 26. Gelijk boven vs.4. 27. Gierigheid en moorderij.